Het opvoeren van de productie van hernieuwbare energie is essentieel om de energietransitie naar het koolstofvrij maken van de economie te verwezenlijken. Zowel grootschalige fotovoltaïsche energie als windenergie vergen grote stukken land, zodat de installatie ervan op een duurzame en milieuvriendelijke manier moet gebeuren.
BIODIVERSITEIT EN HERNIEUWBARE ENERGIEBRONNEN: WIND EN FOTOVOLTAÏSCHE ENERGIE
Om ervoor te zorgen dat de aanleg van nieuwe parken voor hernieuwbare energie geen schade toebrengt aan de biodiversiteit, wordt vóór de aanleg ervan rekening gehouden met een groot aantal studies, zoals de herbeplanting van flora of de verzorging van soorten. Volgens Fernando Ferrando, voorzitter van de Renewables Foundation, zijn de negatieve gevolgen van hernieuwbare energiebronnen voor de biodiversiteit zeer gering.
Hoe kan hernieuwbare energie een impact hebben op de biodiversiteit?
In het geval van windmolenparken hebben grote windturbines gevolgen voor het leven van dieren, voornamelijk vogels en vleermuizen. De directe impact van de wieken kan, door hun grootte en kracht, veranderingen in de atmosferische druk veroorzaken, hetgeen de vlucht van deze dieren beïnvloedt. Volgens berekeningen is het effect van een windturbine op de koolstofvoetafdruk in iets meer dan 7 maanden afgeschreven, waardoor windenergie een van de technologieën is met de minste negatieve impact op het milieu.
In het geval van fotovoltaïsche zonne-energiecentrales kan de installatie ervan gevolgen hebben voor de ontbossing van het land. Volgens een studie van de Spaanse Fotovoltaïsche Unie (UNEF) is de ruimte na de installatie van een fotovoltaïsche installatie echter geschikt voor een groot aantal soorten vogels, ongewervelde dieren en andere gewervelde dieren.
Tegenwoordig hebben zowel windmolenparken als de meest recente fotovoltaïsche installaties veel betere maatregelen om de gevolgen voor fauna en flora te beperken dan die welke enige tijd geleden werden gebouwd. Tot dusver heeft zonne-energie de minste impact gehad op ons ecosysteem en de inzamelingsfaciliteiten zijn het minst invasief, laten de kleinste voetafdruk achter en kunnen bijna volledig worden gerecycleerd.
Welke middelen bestaan er om de gevolgen van hernieuwbare energiebronnen voor de biodiversiteit te reguleren?
Enerzijds is er het Nationaal Geïntegreerd Energie- en Klimaatplan (PNIEC), waarvoor een strategische milieueffectbeoordeling is goedgekeurd, waarin streefcijfers voor de penetratie van hernieuwbare energiebronnen zijn vastgesteld en verschillende overwegingen over de wijze waarop deze moeten worden ingezet. Anderzijds is er het instrument van de milieueffectbeoordeling (MEB) voor projecten van velerlei aard, met inbegrip van installaties voor hernieuwbare energie van een bepaalde omvang, die worden geregeld bij wet 21/2013 inzake milieueffectbeoordeling (MEB) en bij verordeningen van sommige autonome gemeenschappen die de in aanmerking te nemen veronderstellingen uitbreiden.
Dankzij de technologische vooruitgang worden nieuwe manieren om energie op te wekken duurzamer, wat het milieu ten goede komt en de klimaatverandering tegengaat.
Met welke aspecten moet rekening worden gehouden om ervoor te zorgen dat de energietransitie gunstig is voor het behoud van de biodiversiteit?
Adequate zonering: dit impliceert een voorafgaande planning, waarbij gebieden met een hoge milieu- en landschapswaarde worden vermeden.
Omvang: uitvoering van kleine, gedecentraliseerde projecten en, waar mogelijk, gekoppeld aan lokale zelfconsumptie.
Onderzoek en ontwikkeling: zoveel mogelijk gebruik maken van windturbines of zonnepanelen die een geringe milieu-impact hebben.
Milieu-effectstudies: deze studies moeten streng, efficiënt en onafhankelijk zijn, en de realiteit weergeven met gedocumenteerde en in het veld getoetste werkzaamheden.
Meer informatie vindt u op nieuws.